jazz improvisatie
Jazz Class

Muziekimprovisatie: wat maakt het zo bijzonder (eng)?

In mijn vorige blogpost schreef ik over de ingrediënten van jazzmuziek en kwam improviseren naar voren als één van de belangrijkste kenmerken van jazz. De een kan er niet naar luisteren, terwijl voor de ander een liedje pas compleet is als er en stuk improvisatie in zit. Bij welke partij je ook hoort: improviseren wordt gezien als hét bewijs van muzikaliteit. Ondanks dat ik het heerlijk vind om naar te luisteren, vind ik het doodeng om zelf te doen. There, I said it. Maar waarom? En hoe kom ik er af? Om daar een antwoord op te krijgen ben ik me gaan verdiepen in de psychologie achter muziekimprovisatie. Maar voordat ik je daarover vertel, is het misschien handig om uit te leggen wat improviseren nou precies inhoudt en wat het zo bijzonder maakt.

Wat is muziekimprovisatie?

The New Grove Dictrionary of Jazz beschrijft jazz als “het spontaan scheppen van muziek op het moment dat die wordt gespeeld.” Dat klinkt misschien alsof er zomaar wat gespeeld wordt, maar dat is niet helemaal waar.

Theoretische basis

In Westerse muziek gebruikt men 12 verschillende tonen die worden aangeduid met letters (A, Ais, B, C, Cis, D, Dis, E, F, Fis, G, Gis). Op de meeste instrumenten kun je deze tonen op verschillende “hoogtes” spelen. Er zijn dus eigenlijk veel meer opties dan die 12 tonen. Door bepaalde tonen te combineren creëer je een gevoel, bijvoorbeeld of iets verdrietig of vrolijk klinkt, maar ook een specifieke sound, zoals country, jazz of blues. Die samengevoegde tonen met een specifiek karakter heten akkoorden. Een liedje bestaat uit meerdere akkoorden die samen een akkoordschema vormen. Als een muzikant improviseert, speelt hij of zij een niet vooraf bedachte reeks van tonen die passen bij het akkoordschema. Er wordt dus inderdaad spontaan muziek geschept, maar wel binnen theoretische kaders. Het kennen van en kunnen bewegen binnen die kaders vergt behoorlijk wat oefening.

Improviseren: voor wie?

Improviseren kan met instrumenten, maar ook met een stem. In dat geval heet het scatten. Zangeres Ella Fitzgerald was daarin een ware queen. Je ziet haar hier losgaan samen met zanger Mel Torme:

Dat improviseren kenmerkend is voor jazz, weet je nu wel. Maar wist je dat het ook voorkomt in andere Westerse muziek en muziek uit andere culturen? Wellicht een leuk onderwerp voor een andere keer.

Improviseren: positieve effecten op het brein

Ken je dat kritische stemmetje in je hoofd dat eeuwig lijkt door te gaan? De boeddhisten noemen het ook wel the monkey mind: een hysterische aap die constant aandacht vraagt, oordeelt en commentaar levert. Een manier om die drukke aap stil te krijgen, is mediteren. Clay Drinko, muziekdocent, improvisator en auteur van Theatrical Improvisation, Consciousness, and Cognition, schrijft in dit artikel over zijn ervaring als improviserend muzikant. Hij herinnert zich de momenten waarop hij het podium opstapt en afstapt, maar wat er daar tussenin gebeurt gek genoeg niet. Wat blijkt? Als je improviseert, ben je volledig in het moment. En ook al ben je net zoals hij een “chronic worrier and king of overthinking”, het deel van je hersenen dat de innerlijke criticus of hysterische aap speelt (de dorsolaterale prefrontale cortex), staat op mute als je improviseert. Het gedeelte van het brein dat geassocieerd wordt met taal en creativiteit (de mediale prefrontale cortex) wordt daarentegen juist actiever. Improviseren heeft dus een vergelijkbaar positief effect als mediteren.  

Tot slot is improviseren als fitness for the brains. Als je een nieuwe taal leert, begin je met het oplezen van woorden. Je linkerhersenhelft is dan actief. Wil je de taal echt leren spreken dan moet je kunnen improviseren met woorden. Hiervoor zet je je rechterhersenhelft aan het werk, zo schrijft Robert Harris, onderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Groningen en docent aan het conservatorium. Dit principe geldt volgens hem ook voor improviseren met muziek. Bij het lezen en spelen van noten maken muzikanten gebruik van hun linkerhersenhelft. Muzikanten die improviseren maken daarnaast ook gebruik van hun rechterhersenhelft. Op die manier versterk je je hersenen.

Een uniek verhaal

Een muzikant die improviseert, stelt zich kwetsbaar op en vertelt jou zijn of haar unieke verhaal. Door ritme, klanken en gevoel te combineren ontstaat er emotie. Het is een magisch proces: door de spontane zelfexpressie ontstaat er een lied dat nog nooit gehoord is en nooit meer gehoord zal worden (tenzij het wordt opgenomen uiteraard). Als luisteraar laat je je verrassen en meeslepen in dat wat de muzikant te vertellen heeft, terwijl de muzikant kan experimenteren en ontdekken. Maar als het zoiets positiefs, moois en bijzonders is, waarom wordt het dan vaak als spannend en eng ervaren door muzikanten – incluis mijzelf?

De psychologie achter muziekimprovisatie

Het is al even geleden, maar tijdens mijn studie psychologie leerde ik over het pijn-plezierprincipe. Dit biologisch aangestuurde principe houdt in dat jij en ik keuzes maken op basis van het vermijden van pijn of ervaren van plezier. Helaas kiest men 9 van de 10 keer voor het vermijden van pijn in plaats van het ervaren van plezier. Een mogelijke reden hiervoor is dat het vermijden van pijn vaak op de korte termijn haalbaar is en dus voorrang krijgt op het zoeken van plezier, wat vaak een langetermijndoel is. Als voorbeeld: je wil gaan fitnessen, maar vindt het zo vermoeiend en tijdrovend dat je toch besluit om niet te gaan. Op die manier vermijd je nú de pijn de je linkt aan sporten.

Daar tegenover staat dat je heel graag een summer body wil en daarvoor hard aan de bak moet in de gym. En dus ga je, want je wil een lekker fit lichaam (plezier op de lange termijn) ook al kost het je nu tijd en energie (pijn op de korte termijn). Tegenstrijdig toch? Gelukkig bestaat er een oplossing: het NIET halen van het langetermijndoel moet als pijnlijker worden ervaren dan de pijn die is gekoppeld aan het kortetermijndoel.

Als ik dit vertaal naar de situatie van muzikanten die het scary as phuck vinden (lees: mezelf) dan ziet dat er als volgt uit:

  • Kortetermijndoel = fouten maken tijdens het improviseren en voor paal staan (pijn vermijden).
  • Langetermijndoel = genieten van het improviseren en anderen laten meegenieten (plezier ervaren).
  • Oplossing: nooit zullen genieten van improviseren is veel pijnlijker dan fouten maken tijdens het improviseren.

Geen woorden maar daden

Mocht je weer eens luisteren naar een stuk geïmproviseerde muziek dan hoop ik dat je er met deze kennis nog veel meer van geniet dan je al dan niet deed. Dit gezegd hebbende, beloof ik je plechtig dat ik per direct begin aan het ontwikkelen van mijn improvisatie-skills. Want ik wil zen zijn. En genieten. En gespierde hersenen hebben.

Wil je meekijken met hoe ik leer improviseren? Volg me dan op Instagram en hou mijn Stories in de gaten.

3 Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *