Na het conservatorium begon het pas echt
Pianist Timothy Banchet deed de vooropleiding van het Conservatorium van Amsterdam en studeerde jazz aan het HKU Utrechts Conservatorium. Op dit moment werkt hij aan een piano trio album. Naast zijn werk als jazzpianist, is hij veel in de studio te vinden met hiphop producers en rappers zoals Dio. We spraken elkaar over studeren aan een conservatorium en andere invloeden die hem als muzikant vormden.
Als kind kreeg Timothy klassiek pianoles. Hij stopte op zijn 14e, omdat, ach ja, andere dingen belangrijk werden. In zijn tienerjaren luisterde hij veel naar hiphop, R&B en pop. Eigenlijk naar alles wat toen de shit was. Hij maakte in die tijd regelmatig muziek met vrienden. Thuis hoorde hij ook veel jazz, gospel en soul, genres waar zijn vader groot liefhebber van was. Volgens Timothy is er een verbinding tussen al die genres. “Jazz is ontstaan onder Afro-Amerikanen. Die muziek zit zo diep geworteld in de Amerikaanse cultuur, veel mensen kennen die taal. Het is verweven in hiphop, R&B en nog veel meer stijlen. Alles is daardoor met elkaar verbonden.”
Een moeizame start
Naar een conservatorium gaan voelde voor Timothy als vanzelfsprekend, maar jazz studeren was niet direct het plan. “Eerst was ik niet eens zo geïnteresseerd in jazz, maar vooral in live musiceren op een piano of keyboard. Maar op een gegeven moment kun je niet verloochenen waar je vandaan komt en waarmee je bent opgegroeid. Van Duke Ellington tot Ella Fitzgerald, alle grote namen kwamen thuis voorbij.”
Toegelaten worden tot het conservatorium ging niet zonder slag of stoot. “Ik had op dat moment niet echt kennis van theorie en deed alles op gehoor. Dus ben ik naar iemand toegegaan die mij klaargestoomde. Helaas werd ik niet toegelaten de opleiding, maar wel tot de vooropleiding van het Conservatorium van Amsterdam.” Tijdens de vooropleiding was de jonge pianist nog niet héél erg serieus met studeren bezig. Chillen met vrienden, feesten, we’ve all been there. Dat resulteerde in nog een afwijzing voor de opleiding. “Later deed ik toelatingsexamen voor het HKU Utrechts Conservatorium en werd aangenomen. Ik kreeg les van Bert van den Brink, een geweldige pianist. Daar viel het kwartje.”
Steeds meer focus
Timothy liet steeds meer randzaken voor wat ze waren en richtte zich op zijn studie. Toch was hij nog niet maximaal gefocust. “Ik studeerde wel maar meer zo van ‘oh, dit vind ik tof dus dat doe ik. En dat is wel moeilijk, dus dat laat ik eerst maar’. In die tijd ging ik ook naar jamsessies in Hotel Old Quarter in Amsterdam waar ik speelde met Benjamin Herman, Jasper Blom en meer grote namen. Dan gooide iemand soms een blik naar je van ‘nog ff studeren gap,’” vertelt de pianist lachend. De volledige focus vindt Banchet wanneer zijn vader halverwege zijn studie overlijdt. “Dat was voor mij een heavy switch. Toen ben ik echt veel uren gaan maken.”
Kolossaal conservatorium
De platen die zijn vader hem naliet, zijn belangrijk erfgoed voor de toetsenist. “Naar aanleiding van de platen van mijn vader heb ik zelf heel veel tijd besteed aan het uitzoeken van de geschiedenis van muziek. Tijdens de studie was er relatief weinig aandacht voor muziekgeschiedenis. Niet dat je in het verleden moet blijven hangen, maar alles komt ergens vandaan. ” Dat is dan ook iets wat Banchet wel aan het onderwijs zou willen veranderen. “De docenten kunnen genoeg vertellen over de geschiedenis. Maar door gebrek aan tijd is dat lastig. Het conservatorium is inmiddels zo groot, het begint een beetje een fabriek te worden. Wel een hele goede, maar toch. Het curriculum voor studenten zit ook nog eens erg vol. Heb je net als ik moeite met plannen, dan ervaar je druk. Die drukte kan fataal zijn voor je creativiteit.”
Het is niet zo dat Timothy anti-conservatorium is. “Het is een plaats waar je heel veel gelijkgezinden en inspirerende leraren kan ontmoeten. Het is fantastisch dat je op één school én ritmiek én harmonie én klassiek les krijgt van allemaal mensen die heel capabel zijn. Maar uiteindelijk leer je het denk ik wel echt door in de praktijk te doen.”
The real deal
“Op school krijg je de tools aangereikt, maar wat je ermee doet, bepaalt hoe je je vormt als muzikant. Je leert wat, je hoort wat en uiteindelijk vorm je dat tot iets nieuws. Dat is creativiteit. Het is een heel persoonlijk proces.” Er verschijnt een grijns op het gezicht van Timothy. “Ik heb het gevoel dat het na het conservatorium pas echt begon. Van spelen met Benjamin Herman in De Kring tot jammen met John Marshall, die met Buddy Rich en Dizzy Gillespie speelde, in Pavlov. Zo leerzaam! Je wordt in het diepe gegooid en moet je zien te redden. Zo ging het vroeger ook in Amerika in de jazz, maar ook in de hiphop. Kijk bijvoorbeeld naar de wereldberoemde Thelonious Monk die de toen nog opkomende Bud Powell naar voren schoof. Of de succesvolle hiphop producer Timbaland die jongere producers in de spotlights zette. Voor de leeuwen gegooid worden is misschien hard, maar wel de beste leerschool.”
Ook het sociale aspect speelt een grote rol na je studietijd legt de toetsenist uit. “Na een optreden eet of drink je wat samen. Op die manier breng je al snel uren met iemand door van wie je veel kunt leren. In de klas zou dat hooguit een uurtje per week zijn.” De combinatie van studeren aan het conservatorium en live ervaring opdoen is goud volgens Timothy.
Wil je op de hoogte blijven van Timothy Banchet’s album? Zijn Instagram-account vind je hier.
One Comment
Pingback: